Kathleen vertelt...

 

 Wortels

 

Ik zit met de laptop op mijn schoot in de schaduw van een olijfboom. De takken hangen laag bij de grond door de vele vruchten die hij draagt. Zijn wortelstel houdt hem al honderden jaren stevig verankerd in de droge aarde. In zijn stam donkere holtes die de boom een grillig karakter geven.

 

Aan olijfbomen is hier op het Griekse platteland geen gebrek. Aan sporen van de eeuwenoude cultuur evenmin. Bijna dagelijks fietsen we langs oude sites. Griekenland, de bakermat van onze beschaving, wordt wel eens gezegd. De basisprincipes van onze democratie, de eed van Hippokrates, woorden als orkest, techniek en kakofonie, en zelfs de naam van de Belgische pralines-zaak ‘Leonidas’ vinden alle hun oorsprong in dit land. Oude begrippen in een hedendaags jasje.

 We zijn ons er niet altijd van bewust, van de reikwijdte van ons wortelgestel, zoals ik ook het verhaal van mijn geboorteplek niet helemaal ken, de herkomst van mijn naam,… Toch fascineert het me, de ontstaansgeschiedenis van dingen, de context waarin iets is geworden wat het vandaag is.

 

We bereikten Griekenland via de bergachtige kuststreek van Montenegro en Albanië. Ook daar waren de sporen van de geschiedenis alom aanwezig, en dan vooral in de verhalen van de mensen die we ontmoetten. 

 

Blerim, de 31-jarige man in Montenegro bij wie we mogen overnachten, neemt ons na een glaasje rakja mee naar het oude huis van zijn ouders, dat aan het nieuwe grenst. Hij toont ons de handgemaakte tafel, de haard, de nis in de muur voor petroleumlampjes. Tientallen bussels tabaksbladeren hangen aan balken te drogen. In een hoek van de kamer staat de houten bruidskist waarmee moeder 44 jaar geleden naar het huis van haar schoonfamilie verhuisde. Trots laat hij ons de handgeschilderde kleurpatronen op de wanden en het deksel zien.

 


De kist vormt aanleiding tot verhalen over het gearrangeerde huwelijk van zijn ouders. Verkleurde huwelijksfoto’s in A4-formaat en op grof karton gedrukt worden bovengehaald. Vader en moeder spreken de wens uit dat ook hun zoon spoedig een vrouw vindt. Maar dat is tegenwoordig niet eenvoudig op het platteland. Vele jongeren hebben hun blik op de wereld gericht en verlaten het land, op zoek naar een plek met meer toekomst. Ze staan voor de uitdaging om de eeuwenoude cultuur waarin ze diep verankerd zitten, te verbinden met de uitdagingen en invloeden van buitenaf. ‘Enkele generaties geleden had een man aanzien als hij de traditionele liederen en rituelen kende’, zegt vader Halil. ‘Vandaag is een man geen man meer als hij geen Engels spreekt’.

 

Als we enkele dagen later bij de 21-jarige Reghidi te gast zijn, vertelt ook hij spontaan het verhaal van het erf waarop zijn ouderlijk huis staat, boven op de berg ten noorden van de Albanese hoofdstad Tirana. Hoe de herders er zich decennia geleden ’s zomers verzamelden en zijn voorouders er uiteindelijk een boerderij bouwden. Ook zijn stem is vervuld van trots. 

 

Terwijl zijn vader met ezel en kar naar de markt vertrekt om eieren en melk te gaan verkopen, geeft Reghidi ons een inkijk in zijn toekomstplannen. Ook hij ziet zijn heil in de wereld, maar dan wel met zijn wortels stevig in Albanese grond geplant. Want hij wil op de berg blijven wonen en er opnieuw een ontmoetingsplek van maken. Niet meer voor de lokale herders, maar voor buitenlandse reizigers deze keer, met lommerrijke kampeerplekken onder de vijgen- en granaatappelbomen en huisbereide maaltijden… En als het even kan ook een parapente-landingsplaats op het erf.

 


De verhalen van de jonge mannen liggen intussen enkele weken achter ons. Hier onder de Griekse olijfboom, in een omgeving die eeuwen geleden mee de taal en geschiedenis van mijn eigen cultuur vormde, denk ik weer aan hen. Ik hoor de trots in hun stem opnieuw, als ze over hun erfgoed spraken. Ik denk aan hun blik vooruit, en aan hun zoektocht naar hun eigen plek, daar ergens tussen gisteren en morgen.

 

En ik? Ik fiets intussen elke dag wat verder weg van huis, ook gericht op de wereld, nieuwsgierig naar wat er zich achter de volgende bocht bevindt. Misschien is het net daardoor dat deze jonge mannen hier weer door mijn gedachten gaan. Ze prikkelen mijn interesse in mijn eigen roots. Welke sporen van mijn voorouders en van mijn eigen Belgische cultuur lopen er eigenlijk door mijn eigen aderen? Hoe ver en diep reiken mijn wortels? En hoe stevig ben ik erin verankerd?

 

Ook ik probeer elke dag mijn persoonlijke antwoord op hedendaagse uitdagingen te geven, vandaag in de vorm van enkele kilometers op de fiets. En de geur van de kolenkachel in de keuken vroeger, het ruisen van de Noordzee, de emancipatiestrijd van mijn vrouwelijke voorouders,… ze zitten willens nillens ergens verborgen in mijn fietstassen, al ben ik me daar zelden van bewust. En ja, de pralines van ‘Leonidas’ ook uiteraard. Vooral die witte met een noot.