Kathleen vertelt...

 

Jong en oud in Rwanda

 

Af en toe hebben mijn vriendinnen en ik het erover hoe we samen oud zullen worden. We fantaseren dan over koffietjes slurpen bij een stuk chocoladetaart met teveel slagroom. Van elke schroom bevrijd delen we onze intimiteiten met elkaar. We wonen in hetzelfde huis en hebben heel veel personeel dat in al onze oude-vrouwen-behoeftes kan voorzien. We blijven gevrijwaard van vervelende kwalen en kijken vanuit onze comfortabele zetel toe hoe de jeugd zich kapotwerkt. En ja, onze mannen mogen ook bij ons blijven wonen. Als ze zich gedragen tenminste. 

 

Hier in Rwanda komen we zelden oude mensen tegen. De gemiddelde leeftijd in dit kleine land is dan ook 19 jaar en de gemiddelde levensverwachting ligt rond de 59 jaar.

 

Toch zijn ze er, de mensen op hoge leeftijd. Het zijn meestal kranige types, want als je fragiel bent,  haal je geen verre eindmeet in dit land. Soms zien we ouderen die niet meer goed te been zijn: grootmoeders die voor de deuropening van het huis op hun zij liggen, of voor het marktkraampje van dochterlief. Ze dragen omslagdoeken van felgekleurde Congolese stoffen en hebben vaak een hoofddoek van dezelfde stof in ingewikkelde vormen hoog op hun hoofd gedrapeerd. Vele voorbijgangers begroeten hen, of hurken even neer om een praatje te maken.

 

Heel af en toe zijn de ouderen die we ontmoeten wel nog gaande en staande, maar niet meer helder van geest. Zij hangen wat rond op het erf van zoon of dochter, of in de straatjes van het dorp. Als we hen groeten, krijgen we geen reactie terug, enkel de lege blik van dementie. De volwassen kinderen betrekken hen bij het dagdagelijkse leven, door hen mee op wandel te nemen als ze de kudde gaan hoeden bijvoorbeeld. En aangezien het hele dorp hen kent, zijn ze in goede handen als ze wat ronddolen. 

We lieten ons de afgelopen weken in het Nyungwe Forest National Park en het arboretum van de universiteit van Huye rondleiden door enkele 20-jarige gidsen. Ze haalden bijna al hun kennis over de medicinale werking van de planten van hun grootouders. ‘Mijn oma vertelde me vroeger… Opa deed het op deze manier… Toen ik mijn enkel eens gekneusd had, deed oma dit…’ De meeste inwonende grootouders zijn ook mee opvoeders. Verschillende jongeren vertellen ons bijvoorbeeld dat het hun grootvader was die erop stond dat ze naar school zouden gaan, en die de noodzakelijke schoolkosten bijeen verzamelde. 


Soms is de grote invloed van deze grootouders het pijnlijke gevolg van het feit dat vele jongeren een of beide ouders aan AIDS verloren. Of door de gruwelijke gebeurtenissen van de genocide in 1994. Maar even vaak is het gewoon een gevolg van de organisatie van het familieleven. Ouderen geven hun kennis via het dagelijkse leven door aan hun nakomelingen. De dankbaarheid en genegenheid van onze jonge gidsen voor hun grootouders is voelbaar in elk woord dat ze met ons delen.

 

Maar je hoeft niet per se tot de familie te behoren om hier als oudere gewaardeerd te worden. Toen we een stukje met de taxiboot over Lake Kivu voeren, ging er ook een - ver boven de - negentigjarige vrouw mee. Een lange stok ondersteunde haar wandelgang. Tegelijkertijd leunde ze zwaar op de arm van haar (klein?)dochter. Schuifelend en tergend traag begaf ze zich naar de rotswand langs de oever, waar de houten boot met zijn punt tegen de kant aangemeerd lag.

 

Twee jeugdige bootmannen tilden haar voorzichtig op hun schuit. Eenmaal op de boot aangekomen waren de meertouwen die op de houten vloer lagen, een ware beproeving voor de vrouw. Bij elk touw hield ze halt, hief de ene voet langzaam op, liet hem even op het touw rusten en zette hem er vervolgens over, om nadien ook de tweede voet te laten volgen. Zeker twintig minuten deden beide vrouwen erover om van de kade op een houten bankje van de boot te geraken. Enkele stapjes, dan even rusten, weer enkele stapjes, weer even rusten. Intussen hield de bootwachter alle andere passagiers en hun jutten zakken vol houtskool, koffiebonen en rijst tegen op de kade. Iedereen stond rustig naar het slakkengangetje van de vrouw te kijken, of gewoon wat te keuvelen. Oude mensen hebben soms tijd nodig, dus krijgen ze die tijd. Ook als dat betekent dat de boot niet ‘op tijd’ kan uitvaren.

 

Als wij onderweg een oude man of vrouw tegenkomen, maken we expliciet oogcontact en vertragen even. Paul groet de mannen, al zijn die sterk in de minderheid. Ik richt me tot de vrouwen. Onze persoonlijke begroeting wordt vaak beantwoord met sprankelende ogen, uitbundig gelach en beide handen die de lucht ingaan, als blijk van waardering. Ouderen krijgen hier vaak een centrale en leidende rol in de gemeenschap, die ze op natuurlijke wijze verworven hebben door zo lang te leven.

 

Toch zit er aan de gezaghebbende positie van al deze oude mensen ook een ander kantje. De dorpsoudsten bepalen met wie hun kinderen wel of niet mogen huwen en hoeveel geiten en runderen daarvoor tussen de families uitgewisseld moeten worden. Zij spreken recht in tijden van discussie. En zoals vaak in rurale samenlevingen houden zij van traditie en behoud.

Familieplanning vindt de 79-jarige meneer David bijvoorbeeld maar niets. Zelf heeft hij negen kinderen en meer dan vijftien kleinkinderen. In een land waar een sociaal zekerheidsstelsel amper aanwezig is, zijn de kinderen de belangrijkste voorwaarde voor een menswaardige oude dag. Bij een ziekenhuisopname moeten de patiënten door hun familieleden gevoed en gewassen worden. Verpleegkundigen zijn er enkel voor medische interventies zoals medicatietoediening. En als je wat opbrengst van je lapje grond wil hebben, dan moeten er voldoende handen kunnen meewerken. Kinderen zijn dus van levensbelang. 


Ook op nationaal niveau hebben de ouderen de macht. Vele Afrikaanse leiders zijn ouder dan 70 jaar. In het algemeen is de drang naar traditie van deze gezagdragers voor de massa’s Afrikaanse jongeren een grote hindernis om veranderingen door te voeren in hun gemeenschap, om innovatief te zijn, te experimenteren, te leren met vallen en opstaan, er eigen en afwijkende meningen op na te houden. Want ouderen tegenspreken is not done. Al houdt ook de Rwandese president Kagame de touwtjes strak in handen, toch geeft hij de jeugd in Rwanda iets meer speelruimte dan zijn collega’s in de buurlanden. Kagame ambieert een kenniseconomie, een grote digitale vooruitgang voor zijn land en wil Rwanda de komende jaren van ontwikkelingsland optillen naar een midden-inkomstenland. Daar heeft hij jong talent voor nodig, die hun kennis en ondernemerschap in dienst van het land kunnen inzetten.

 

Afgelopen jaren werden jonge ondernemers dan ook sterk aangemoedigd om hun zaakjes van de grond te brengen. Kigali zou je het Berlijn van Afrika kunnen noemen. De stad boomt van de creativiteit, initiatieven, kleine zelfstandigen… Wil je hier als ondernemer aan de slag, dan is de bureaucratische rompslomp in 24u geregeld. 

 

Vorig jaar vond de ‘Accelerate Summit’ in Kigali plaats, waarbij 50 veelbelovende studenten uit verschillende vakgebieden de kans kregen om een intensief programma te volgen m.b.t. business en management. In diezelfde periode was Kigali ook gaststad voor de internationale ‘Transform Africa Summit’, waarop bedrijfsleiders, staatshoofden, academici en jonge ondernemers met elkaar in discussie gingen over de pro’s en contra’s van een digitale economie.

 

Vele jongeren nemen trouwens steeds vaker ook zélf initiatief om zich te verenigen en hun stem te laten horen. Door de komst van de mobiele telefoon en het internet heeft een groeiende groep middenklassers-jongeren ook in de meest afgelegen dorpen de laatste jaren zicht gekregen op hoe het er elders aan toe gaat. Daaruit zijn organisaties als ‘Africans rising’ ontstaan, opgericht door jonge middenklassers uit verschillende Afrikaanse landen die zich verenigen en die het continent als volwaardige partner op de wereldkaart willen zetten. Ze hebben ideeën, voorstellen, bedenkingen en heel veel energie en ambitie. En ze worden steeds mondiger.

 

Als de Rwandese jeugd straks meer inspraak krijgt in de gang van zaken, is het afwachten wat de gevolgen op termijn zullen zijn voor de ouderen in dit land. De recente kruisbestuiving tussen de verschillende generaties wierp de afgelopen jaren alleszins al heel wat vruchten af in de modernisering van het land. Wij zoeken onze toevlucht in een van de vele trendy koffiebars die Kigali rijk is, stuk voor stuk creatieve plekken en ontmoetingsplaatsen voor jonge artiesten. Aan de wanden hangen kleurrijke abstracte acrylschilderijen. De bananencake is er heerlijk. De cappuccino ook. Nu de slagroom nog.