Kathleen vertelt...

 

Een zee van zand

 

“De wereld is soms zó gek dat je een bepaald soort gekte nodig hebt om niet gek te worden.” aldus de Franse filosoof Blaise Pascal.

 

Je zou bijvoorbeeld door de Namibische woestijn kunnen gaan fietsen. Al weet ik niet zeker of je dat nog ‘fietsen’ kan noemen. Onze activiteit lijkt vaak meer op ploeteren. Of spelen. Ja, een beter woord. We glijden vaak door het mulle zand, en oefenen onze sliptechnieken om overeind te blijven als de wielen onderuit willen gaan. Ook de wind, die vooral in de namiddag met volle kracht over de vlaktes raast, probeert ons onderuit te halen. De zon brandt genadeloos en brengt de 15 liter water die we elk meetorsen tot een temperatuur van net onder het kookpunt. Maar die strijd tegen de natuurelementen, de concentratie die er nodig is om op de fiets te blijven zitten en liefst ook nog wat vooruit te gaan, geven me power en een bijzonder soort levensgeluk. Dit - al acht maanden lange - eenvoudige buitenleven maakt me stevig, gezond en rustig. Nederig ook, maar dan op een fijne manier.

Oryxen, struisvogels, zebra’s en heel veel antilopen houden ons vanop de vlaktes in de gaten, als we voorbijfietsen. ’s Ochtends en ’s avonds werpt de zon elke minuut een ander licht over het landschap. Paarse, roze, oranje en gele pasteltinten wisselen elkaar af en geven de vergezichten een surrealistisch karakter.

 

’s Nachts horen we het gehuil van een groep hyena’s in de verte, en klinkt af en toe het geblaf van gekko’s rond de tent. En als we vanop ons matje even naar buiten kijken, zien we miljoenen sterren en het witte schijnsel van de melkweg boven ons hoofd. 


 

Omdat de omgeving hier zo onherbergzaam is, moeten wij onze aandacht goed bij de zaak houden: holen van schorpioenen en spinnen vermijden; voldoende eten en drinkbaar water vinden; onze huid tegen de zon beschermen; de tent niet onder een boom zetten waar vogels in nestelen, want daar komen de slangen ’s nachts op af; geen voeding in de buurt van de tent laten rondslingeren, want dat is lokaas voor cheeta’s, hyena’s en luipaarden; ons als twee nietige wezens laten omarmen door de weidsheid van deze oeroude woestijn en beseffen dat de wetten van de natuur ook voor ons gelden, dat we hier niet alleen als toeschouwers rondfietsen. 

Soms komen we een eenzame boer tegen op zijn 65.000 hectare grote ranch. Die noemt ons dan lachend ‘crazy cyclists’, en biedt ons een bed voor de nacht aan. Hij vertelt ons dat hij het fijn vindt om ons te huisvesten, omdat we verhalen meebrengen naar deze verlaten plek. Maar vervolgens is hijzelf het meest aan het woord en geven wij, toevallige passanten, hem duidelijk de kans om zelf nog eens ‘op verhaal te komen’.


Misschien is het inderdaad wat geschift om hier te fietsen, om samen met die boer ’s avonds naar de hemel te turen en voorbijkomende satellieten te tellen. Maar het is net dat gekke, dat het zo aantrekkelijk voor me maakt. Je bereikt er helemaal niets mee. Het draagt nergens toe bij. Je zou het zelfs asociaal kunnen noemen, om zo door die sprookjesachtige en tijdloze lichtheid rond te dwalen, terwijl de wereld andere zorgen heeft. Sinds enkele dagen waait de wind berichten over een corona-virus onze kant op. Omdat we al zo lang door verlaten gebied fietsen, is die informatie nieuw voor ons. Het lijkt alsof we lange tijd ergens in het stille oog van een orkaan ronddwaalden. Corona? Wat is dat voor een beest? Mogen we hier dan nog wel fietsen? Kunnen we hier dan nog wel fietsen? Moeten we hier dan nog wel fietsen?  

 

De woestijn geeft ons geen antwoord op onze vragen. Ze werpt ons met een grote onverschilligheid terug op onszelf. De bergen aan de einder staan daar te staan, en trekken zich niets aan van onze mensenspinsels. De zon komt op en gaat onder. De sterren wijzen ons de weg niet meer, want een poolster is hier niet te zien, wel hemellichamen zoals ‘ de drie zusters’ en het ‘zuiderkruis’, die ons weinig zeggen, omdat we ze thuis niet kennen. Kortom, elk oriëntatiepunt en richting ontbreken. En met die onbekende hemellichamen en eindeloze verlatenheid verdwijnen ook de geijkte waarden, normen, verwachtingen, meningen en complexiteiten van ons dagelijkse leven naar de achtergrond. We krijgen geen richtlijnen meer over hoe het leven geleefd moet worden. Het is aan ons om er onze eigen invulling aan te geven. En we weten dat het leven vele gezichten heeft. Misschien is fietsen door de woestijn daar ook een van. Al lijkt het dan soms wat gek.