Paul vertelt...

 

Waarom?

 

Een felle, meedogenloze zon, smeltend asfalt, temperaturen die een enkel moment zelfs de plus 40° C. aantikken. Ik had verwacht dit pas in Afrika tegen te komen, maar we zijn nog geen 24 uur in Duitsland en dit is al realiteit. We zetten de wekker op 5.30 u. en vertrekken even na zessen om de noodzakelijke honderd kilometer tot de volgende camping te fietsen. Degene die nog de illusie hebben dat we vakantie aan het vieren zijn…

 


Maar vakantie of niet, ik had niet de intentie om het daar in deze blog over te hebben. Mijn insteek is te vertellen waarom we weer een dergelijke fietsreis willen maken. Waarom zou je op de fiets vanuit onze landen naar Kaapstad willen fietsen? Een enkeling heeft het me gevraagd en ik kan me voorstellen dat meerdere mensen het gedacht hebben. Ik moet zeggen, ik heb het mezelf in ieder geval met enige regelmaat afgevraagd. Vaak in bed; de plek waar ik ook mijn twijfels durf toe te laten. Waarom stap ik nu voor de tweede keer op de fiets, het grote ongewisse tegemoet? De eerste keer zou je kunnen zeggen dat het op je bucketlist stond, maar een tweede tocht?

 

De keerzijde van vertrekken kan ik in bed zonder problemen oplepelen:  Ik heb een heel fijn leven; heb alles wat mijn hartje begeert en ik verwacht dat 98% van de wereldbevolking zo met mijn situatie zou willen ruilen: een stabiel land waar je je over weinig zorgen hoeft te maken, een land met een betrouwbare overheid, waar je kunt zijn wie je wilt zijn, waar je alle mogelijkheden hebt om jezelf te ontwikkelen en waar je een fijn bestaan op kunt bouwen. Waarom zou je zo’n land voor langere tijd willen verlaten voor landen waar het gevaar groter is en het leven vaak op meerdere fronten veel minder fijn?

 

Na een paar nachten wakker liggen, kom ik tot de kern van mijn drang om weer op de fiets te willen stappen: ik wil graag weten waar ik aan toe ben, maar ik hou niet van voorspelbaarheid. Het lijkt tegenstrijdig met elkaar en volgens Kathleen ís het dat ook! Ik zal in ieder geval hieronder een poging doen om het uit te leggen.

 

In Nederland is alles goed verzorgd, helder, duidelijk, netjes, sociaal en comfortabel geregeld. Ik weet van te voren waar ik aan toe ben en wat ik kan verwachten en dat geeft me zekerheid. Dat vind ik echt heel fijn. Maar daarmee mis ik ook iets. Het is allemaal ook wel erg voorspelbaar. Ik hoef nauwelijks zelf met oplossingen te komen. Mijn creativiteit wordt nauwelijks aangesproken omdat alles gereguleerd is. Ik besef dat dat een enorm luxe gevoel is, maar ik mis de onverwachte dingen. Ik kom te weinig situaties tegen waar ik voor het blok kom te staan, te weinig situaties waarbij ik mijn creativiteit kwijt kan. Het constante gevoel om ‘wakker’ te moeten zijn, omdat er elk moment iets kan gebeuren waar ik op moet ageren. Soms heb ik het gevoel dat mijn leven iets te veel op de automatische piloot voorbij gaat en dat maanden voorbij vliegen zonder het te beseffen.

 

Hoe geweldig mijn Nederlandse leven ook is, ik mis dus bij tijd en wijle de rafelrandjes, de diffuse plekken, het onbekende, situaties waarbij het allemaal niet zo helder is, waar het grijs is in plaats van zwart of wit. Waar het aan het uur van de dag ligt of desnoods aan de buitentemperatuur of het een ‘ja’ of ‘nee’ is. Waar de regels op het moment bepaald worden door de mensen die er dan zijn. Waar ik de hele dag wakker moet zijn. Waar ik mezelf tegenkom omdat het anders loopt dan ik wens en gewend ben, waarbij ik ongewild een shot adrenaline door mijn lijf voel stromen. Waar de dieptepunten dieper zijn dan in mijn ‘Nederlandse leven’, maar waar ook de hoogtepunten met geluksgevoelens veel hoger zijn dan in Nederland. Op dat soort plekken gaan weken aanvoelen als maanden! Gratis levenstijd!

 

En daarnaast verlang ik terug naar het eenvoudige leven op de fiets. Alle bezittingen om me heen gebonden. Geen agenda, zien hoe de dag zich ontwikkelt en waar we behoefte aan hebben. Leven in het ‘nu’! Me klein voelen in deze grote wereld, me overgeven aan de dag en de nacht, aan de situaties en mensen die we tegenkomen. Niet weten hoe de komende vijf minuten eruit gaan zien, laat staan wat ons over een week te wachten staat. Ook daar kijk ik enorm naar uit! En daarom hebben we dus besloten om weer op de fiets te stappen. Kathleen herkent zich hier immers gelukkig ook grotendeels in, want ik ben nu eenmaal niet zo’n lefgozer die dit alleen zou durven doen…

 

Hoe dichter de dag van vertrek dichterbij komt, hoe meer banden ik door begin te snijden. Veel van wat me maakt wie ik ben, zeg ik op: mijn tennisvereniging, diverse lidmaatschappen en abonnementen, het broodfonds waar ik met plezier onderdeel van uitmaakte, maar welke ik moest opzeggen omdat ik als gevolg van deze reis niet meer aan de regels voldoe. Waarschijnlijk zal ik het overgrote deel van de leden nooit meer spreken. Daarnaast vertel ik opdrachtgevers over onze plannen en beëindig ik interessante opdrachten die vrijwel zeker een vervolg in zich hadden. Gesprekken met vrienden worden intensiever. Ik zie mijn familie veel vaker en ik realiseer me op die momenten extra hoe graag ik al die mensen zie! In de tussentijd maak ik mijn huis gereed voor Nic, die het een jaar huurt. Veel van wat door mijn handen gaat, komt op één van de stapels: oud papier, kringloop, kledingcontainer of grof vuil. Ook digitaal houd ik grote schoonmaak; vrijwel alle nieuwsbrieven zeg ik op. De laatste week voor vertrek blijft mijn mailbox helemaal leeg, op een paar mailtjes na van mensen die ons een goede reis wensen.

 

En zo levert onze reis me nog een onverwacht ander gevoel op. Het voelt alsof ik een oude huid afwerp en fris en schoon een nieuwe levensfase in ga. Alle oude ballast gooi ik weg; alleen het hoogst noodzakelijke blijft over. Het voelt alsof de toekomst weer helemaal open ligt waarin weer van alles mogelijk is. Alleen al voor dat gevoel ben ik blij en heel dankbaar deze reis te mogen en kunnen maken!

 

En dan fietsen we een bocht om en zie ik plotseling minimaal tien oude eerste-generatie-volkswagenbusjes staan met nog een spijl in hun voorruit. Het lijkt erop dat ze weg staan te roesten. Later die dag staat er een bouwval te koop, maar op een locatie waar ik stil van word: aan een heel rustig bergweggetje en met een adembenemend uitzicht over een groene vallei met een meertje. Ik begin meteen te fantaseren om een van de twee op te knappen tot camper dan wel tweede huisje. Wat zou ik dat graag willen doen! Maar dat kan dus niet; voorlopig althans. Het blijven nog minimaal een jaar dromen. Ik ben weer terug bij af. Waarom wil ik dit eigenlijk?